Dit post gaat over een heel interessante lezing van Prof. Folkert Kuiken aan het LOWAN instituut. Wat is de rol van de moedertaal bij het leren van het Nederlands? Hoeveel maakt de taalafstand uit?
Het is een vergelijking tussen talen. Alle talen zijn gelijkwaardig, maar niet even gemakkelijk of moeilijk te leren. Dit zijn enkele belangrijke factoren.
Toontalen: Sommige talen zijn tonaal. Moeder in het Chinees is bijvoorbeeld 'mā' (neutrale toon) Maar als je het verandert in mà (een andere toon) is het een scheldwoord, en mă is een paard! Dit maakt een taal moeilijk te leren. Dus in dit opzicht is Nederlands bijvoorbeeld makkelijker dan Chinees.
Naamvallen: Naamvallen, bijvoorbeeld das,der,die in het Duits maken een taal ook moeilijk om te leren. Ook in dit opzicht is het Nederlands geen moeilijke taal.
Lidwoorden: Sommige talen, bijvoorbeeld Slavische talen zoals het Russisch, hebben geen lidwoorden. In het Nederlands hebben we de en het.In dit geval is het Nederlands moeilijk.
Zinsbouw: of woordvolgorde. Voor de hoofdzin is het Nederlands SVO (Verbum positie 2), maar voor de bijzin staat het aan het eind. Het is ook moeilijk voor anderstaligen om te leren.
Woordvorming: of samenstellingen. Zo is er bijvoorbeeld een luciferdoosje. Maar in andere talen bijvoorbeeld voor Marokkanen is het 'doos van vuur'. Het is moileijk voor wie een andere volgorde is gewend.
Dan vertelt hij over het belang van de lexicale taalafstand. Hij toont dit nuttig diagram.
De conclusie is dat alle talen gelijkwaardig zijn in het doorgeven van informatie, maar niet even gemakkelijk of moeilijk te leren. Eindelijk introduceert hij een app die laat zien hoe moeilijk het is voor mensen uit verschillende moedertalen om Nederlands te leren: moedint2.nl U kunt de app bekijken om de moeilijkheden te zien voor mensen uit uw moedertaal. Veel succes met het leren van Nederlands!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten