Een beetje grammatica vandaag. Wanneer gebruiken we dit en dat, deze en die? Ze zijn demonstratief pronomen (aanwijzende voornaamwoorden). Ze verwijzen naar dichtbije en verre objecten.
Nederlandse substantieven hebben twee artikelen: 'De' en 'Het'. 'De' wordt gebruikt voor mannelijke en vrouwelijke woorden (de-woord), en 'het' voor onzijdige, neutrale woorden (het-woord).
Dichtbij object + Het-woord + Singularis: Dit
Ver object + Het-woord + Singularis: Dat
Dichtbij object + De-woord + Singularis: Deze
Ver object + De-woord + Singularis: Die
Dichtbij objecten + De-woord of Het-woord + Pluralis: Deze
Ver objecten + De-woord of Het-woord + Pluralis: Die
Ik hoop dat ik het niet te ingewikkeld heb gemaakt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten